Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingssamenwerking in Vietnam.

Historische ontwikkelingssamenwerking

Historische ontwikkelingssamenwerking in Vietnam.
  1. Laatst bijgewerkt op

De eerste stappen

België en Vietnam gingen officieel voor het eerst diplomatieke betrekkingen aan haast veertig jaar geleden, op 22 maart 1973 om precies te zijn. Op dat ogenblik leden Vietnam en het Vietnamese volk nog steeds van een oorlog die het land gedurende verschillende decennia had geteisterd. Een Algemene Overeenkomst op het gebied van technische samenwerking werd ondertekend op 11 oktober 1977. Nog steeds vormt deze overeenkomst de juridische basis voor de officiële samenwerking tussen beide landen.

Tijdens de eerste jaren na de hereniging van Vietnam keurde de Belgische regering een eerste bundel goed met technische samenwerkingsprojecten voor Vietnam. Het was in die tijd dat België locomotieven leverde om de Vietnamese spoorwegen te vernieuwen na jaren van vernieling ten gevolge van de oorlog.

Deze locomotieven waren fantastische publiciteit voor België. Deze toestellen waren niet alleen zeer betrouwbaar en stevig; zij waren ook schitterende ‘ambassadeurs’ van de Belgische steun aan een herenigd Vietnam.

De ontwikkelingssamenwerking kende wel een trage start. Het belangrijkste doel was een bijdrage te leveren aan de heropbouw en ontwikkeling van de Vietnamese infrastructuur die zwaar onder de oorlog had geleden en kampte aan een gebrek aan investeringen. Twee staatsleningen werden toegestaan die leidden tot de levering van diesellocomotieven in 1978 en textielmachines in 1979.

Vanaf het begin werden ook de eerste banden gesmeed tussen Vietnamese en Belgische wetenschappelijke instellingen zoals met het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Sindsdien hebben honderden Vietnamese studenten genoten van beurzen in het kader van de bilaterale samenwerking, wat hen toeliet om een Meestergraad of Doctoraat te behalen in België.


De periode 1990-2000

Begin jaren ’90 werd de bilaterale samenwerking snel intenser; het accent verlegde zich van een infrastructuurgericht programma naar een meer sociaal geïnspireerd, op armoede bestrijding gericht programma.

De “filosofie” van die samenwerking sloot aan bij de zogenaamde “Doi Moi”, het Vietnamese hervormingsbeleid dat in 1987 gelanceerd werd, om te evolueren naar een open markt economie. België wilde zich daarbij, samen met verschillende andere samenwerkingspartners concentreren op de negatieve sociale neveneffecten die deze economische hervormingen zouden kunnen veroorzaken. Vandaar dat het voorrang gaf aan zachte sectoren zoals onderwijs, opleiding, volksgezondheid en water en sanering. Het beleid richtte zich vooral tot sociaal achtergestelde groepen zoals de armen in steden, vrouwen en etnische minderheden.

In 1992/93, 1996 en 2000 hadden er op ministerieel niveau programma onderhandelingen plaats tussen de beide landen, de zogenaamde ‘Gemengde Commissies’. België zegde daarbij achtereenvolgens 20 miljoen euro, 17 miljoen en 57 miljoen euro toe.

Deze bedragen omvatten ook voor in totaal aan 46.35 miljoen euro aan schuldverlichting. Tussen 1994 en 2000 kende België twee bilaterale schuldverlichtingen toe aan Vietnam. Deze component van het samenwerkingsprogramma werd sterk gewaardeerd, want ze leidde ertoe dat Vietnam opnieuw begon samen te werken met financiële instellingen zoals het IMF. Ze maakte ook de oprichting mogelijk van ‘tegenwaardefondsen’, waarbij de Vietnamese regering de tegenwaarde van ongeveer 25% van de kwijtgescholden schuld op een speciale rekening stortte in Vietnamese munt ‘dong’. Deze fondsen werden vervolgens gebruikt als bijdrage voor de uitvoering van de lokale samenwerkingsprogramma’s.

De Belgische regering droeg ook indirect bij via een hele reeks andere instrumenten. Tijdens dit decennium werden verschillende initiatieven gefinancierd van de VN-organisaties (FAO, ILO, Habitat, UNIDO) en de Aziatische Ontwikkelingsbank (AdB). De samenwerking tussen de Vietnamese en Belgische universiteiten groeide uit tot een van de belangrijkste door Belgische ondersteunde universiteitsprogramma’s ter wereld. België financierde ook expertise via organisaties als VVOB en APEFE (zie hieronder) en co-financierde de activiteiten van een 15-tal niet-gouvernementele organisaties.


Periode 2001-2010: afstemming op de landenstrategie en sectorale benadering

Eind jaren negentig en bij het begin van het nieuwe millennium deden zich een aantal cruciale paradigmaveranderingen voor in de internationale samenwerking. De belangrijkste daarvan waren: de goedkeuring van nationale armoedebestrijdingstrategieën, de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen, het nieuwe partnerschap dat bezegeld werd in de Monterrey-consensus tussen de ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en extra inspanningen om de hulpdoeltreffendheid te verhogen.

De samenwerking tussen België en Vietnam werd aanzienlijk – en terecht – beïnvloed door deze mondiale ontwikkelingen. Dat gebeurde zowel op strategisch als op operationeel niveau.

Op strategisch vlak werden de indicatieve samenwerkingsprogramma’s (ISP) die goedgekeurd werden door de Gemengde Commissies van 2003 en 2007 afgestemd op “Algemene Strategie voor de groei en de strijd tegen de armoede” en op het “Sociaaleconomisch ontwikkelingsplan” van Vietnam.

Daarnaast werd de overdreven versnippering in teveel thema’s, sectoren en provincies aangepakt, en werden de belangrijkste domeinen van de ontwikkelingsprogramma’s geleidelijk beperkt tot:

  • water, sanering en afvalbeheer;
  • bestuur en institutionele capaciteitsopbouw;
  • onderwijs en vorming.


Periode 2011-2020: eigenaarschap en partnerschap

Vietnam is de afgelopen jaren snel ontwikkeld en groeide in 2010 uit tot een middeninkomenland. Sterke en goed werkende overheidsstructuren zijn belangrijk om de duurzame sociaaleconomische groei te waarborgen.

Sinds 2010 werkt Vietnam aan een nieuw sociaaleconomisch ontwikkelingsplan (Social-Economic Development Plan, SEDP 2011-2015) dat zich toespitst op de ontwikkeling van een duurzame economie met een hoge groeivoet, het stimuleren van het industrialisatie en modernisatie proces, een toename van de wetenschappelijke en hightech kwaliteit van de productie, het verbeteren en versterken van de kwaliteit van de educatie en vorming van ‘human resources’, het versterken van de milieu bescherming en behoud van natuurlijke rijkdommen, en een actieve strijd tegen de klimaatsverandering.

Inderdaad, de samenwerking moet niet alleen doorgaan – Vietnam is immers nog steeds een arm land – maar moet ook aangepast worden aan de veranderende context, structuren, instrumenten en perspectieven van de samenwerking. De samenwerking moet evolueren van de klassieke ‘donor-ontvanger’ verhouding naar een versterkt partnerschap dat beide landen ten goede komt, en zal in de toekomst meer gedragen moeten worden door een brede groep van actoren. Bovendien, moet er gestreefd worden naar synergie tussen de verscheidene thema’s. De samenwerking zal zich tot doel stellen om de relaties russen de verschillende Vietnamese en Belgische partners te versterken en een lange termijn duurzaamheid te verzekeren.

De keuze voor de toekomstige domeinen van de samenwerking werd onder andere bepaald door:

  • Meer dan in het verleden moet de samenwerking gestuurd worden door een ‘vragende partij’ (weliswaar ondersteund door de regering van Vietnam).
  • Lange termijn vooruitzichten en continuïteit. Het nieuwe samenwerkingsprogramma zal in de eerste plaats onderzoeken in welke domeinen partnerschappen in het verleden succesvol zijn geweest, zodat deze ervaringen en wederzijds vertrouwen ten volle uitgebuit kunnen worden. Alle nieuwe initiatieven zullen een lange termijn visie moeten inbouwen.
  • Men zal prioriteiten moeten stellen, selectief zijn en gericht. Fragmentatie moet vermeden worden.

Op basis van de opgedane ervaringen in vorige programma’s, de snel veranderende sociaaleconomische situatie in Vietnam en in overeenstemming met het nieuwe SEDP 2011-2015 werd er gesleuteld aan een nieuw programma voor de periode 2011-2015.

Een nieuw Indicatief Samenwerkingsprogramma tussen België en Vietnam werd op 21 juni 2011 ondertekend in Hanoi. Met een budget van 60 miljoen euro zal het nieuwe programma Vietnam bijstaan in zijn socio-economische ontwikkeling, vooral op het gebied van ‘Waterbeheer in verband met Urbanisatie en Klimaatswijziging’, en ‘Goed Bestuur’.

Terwijl het terugdringen van de armoede het hoofddoel van de samenwerking blijft zal ook meer aandacht besteed worden aan nieuwe en opkomende uitdagingen voor Vietnam zoals klimaatsverandering, gebrek aan voldoende kwaliteitsvolle menselijke capaciteiten, de ontwikkeling van een “groene economie”, en gender-ongelijkheden. Ongeveer 30 miljoen euro wordt toegewezen aan – onder andere – een programma van “water en sanitaire voorzieningen in het kader van klimaat adaptatie en mitigatie” in drie provincies (Ninh Thuan, Binh Thuan en Ha Tinh). De capaciteiten van lokale overheden zal worden versterkt om ervoor te zorgen dat bedreigingen van snelle verstedelijking en de klimaatsverandering beperkt kunnen worden. Het programma is gericht op de versterking van de institutionele capaciteit van de drie provincies om de nationale strategie op het gebied van klimaatverandering lokaal toe te passen. Kwesties die betrekking hebben op regionale ruimtelijke ordening en waterbeheer worden in de aanpak verwerkt.

In de sector van de Goed Bestuur zullen beide regeringen hun gezamenlijke inspanningen op het gebied van de hervorming van het planningsproces verder doorzetten. De verwachting is dat donoren een multidonorfonds zullen vervoegen om hun ervaringen op het gebied van administratieve hervorming in te kapselen, en ervoor te zorgen dat de hervorming naar alle provincies in Vietnam verspreid kan worden.

Via gedelegeerde samenwerking naar de Verenigde Naties in Vietnam, zal België met de regering van Vietnam samenwerken om het goed bestuur te versterken.

Het is ook de bedoeling om innovatie en de privésector te ondersteunen. Om met succes een innovatiebeleid uit te voeren, moet de Vietnamese regering richtlijnen uitvaardigen om de ontwikkeling te stimuleren en de meer efficiënte werking van startercentra (business incubators) te bevorderen via korte-termijn steun aan kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) in hun opstart fase. België onderhoudt besprekingen met het Ministerie van Wetenschap en Technologie (MOST) om te zien hoe België dit beleid kan ondersteunen via het opstellen van een juridisch kader voor technologie startercentra, de set-up van een innoverende technologie, en de uitvoering van innoverende financieringsprogramma's voor de opstart van nieuwe spin-off KMO's.

Ongeveer 12 miljoen euro zal worden toegewezen aan de sector van Goed Bestuur.

Om de uitdagingen van het gebrek aan (hoog) gekwalificeerd personeel in Vietnam aan te pakken zal België de financiering van het beurs programma verdrievoudigen tot 12 miljoen euro onder de vorm van een Faciliteit voor Capaciteitsopbouw. In de komende vijf jaar zal de behoefte van Vietnam aan nieuwe technische kennis en toegang tot internationale beste praktijken – in het kader van zijn nieuw middeninkomen statuut – duidelijk verschillend zijn met dat van het verleden. Daarom zal het Belgische bilaterale beurzenprogramma zowel institutionele en individuele benaderingen behelzen, en werken met verschillende modaliteiten en instrumenten om op zowel korte als lange termijn een antwoord te kunnen bieden aan de noden aan kwaliteitsvol personeel.

Naast zijn bilateraal samenwerkingsprogramma (dwz. van regering tot regering) subsidieert België ook de samenwerking met de Belgische indirecte actoren om ontwikkelingsprogramma’s uit te voeren. Dit wordt ook wel ‘indirecte samenwerking’ genoemd. De indirecte samenwerking wordt uitgevoerd door drie groepen van ‘spelers’.

De niet-gouvernementele organisaties actief in Vietnam zijn VECO, Oxfam-BE, Entr’aide et Fraternité en Handicap. Zij richten zich hoofdzakelijk op de volgende domeinen: arbeidsomstandigheden, landelijke ontwikkeling, en volksgezondheid.

Vervolgens is er de samenwerking tussen universiteiten en academische instellingen die gestuurd wordt via de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), de Franstalige Permanente Universitaire Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking (CUD) en het Instituut voor de Tropische Geneeskunde (ITG).

Oorspronkelijk opgezet om de kennis van de Franstalige leraars te delen met ontwikkelingslanden investeert “De Vereniging ter Bevordering van Buitenlands Onderwijs en Opleiding” (APEFE) zijn capaciteit vooral in partnerschappen en netwerking met de bedoeling kwaliteit in wetenschappelijke en technische assistentie voor de armste landen aan te bieden. Sinds 2007 heeft APEFE gekozen voor een programma benadering dat meer en meer stoelt op de lokale expertise aanwezig op secundair niveau alsook op hoger en professioneel niveau.

De “Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand” (VVOB) is actief in twee sectoren: onderwijs (kwaliteitsverbetering van het lager secondair onderwijs) in 5 provincies van Noord en Centraal Vietnam, en landbouw (verbetering van de landbouwuitbreidingssystemen) in 5 provincies in het Zuiden van het land. VVOB werkt via partners zoals het Ministerie van Planning en Investeringen (MPI), de lokale vertegenwoordigingen van het Ministerie van Landbouw en Ontwikkeling (DARD), de vrouwen vereniging, de provinciale autoriteiten en de opleidingsinstellingen. Het programma beoogt drie doelstellingen: het aanbrengen aan de veranderingsprocessen op het vlak van actieve onderwijs- en leermethoden (“Active Teaching & Learning”), het verbeteren van de opleiding en bijscholing van de lerarenopleiding, en de versterking van de band tussen school, de massa organisaties en de gemeenschap. Het programma in landbouwvoorlichting (2008-2012) werkt op participatieve instrumenten om bij te dragen tot een beter landbouwvoorlichting systeem dat gebaseerd is op de noden van de landbouwers. Vanaf 2012 zal de VVOB zich uitsluitend op educatie toeleggen via een loopbaan begeleidend programma 2011 (Q4) – 2013.

De federale Dienst voor Wetenschap en Technologie (BELSPO) tekende in maart 2009 de derde Gemengde Commissie (periode 2009-2011) met het Vietnamese Ministerie van Wetenschap en Technologie voor de cofinanciering van toegepast onderzoek in de domeinen van biodiversiteit en biotechnologie, klimaatswijziging en speciaal onderzoek.

Het Vlaams Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), de regionale Vlaamse instelling voor onderzoek tekende in 2009 een overeenkomst voor twee jaar met het Nationale Technologie Centrum in Vietnam (NAFOSTED) voor fundamenteel onderzoek. Dit onderzoek is gebaseerd op eigen initiatieven en fondsen.

Het bilaterale programma voor ontwikkelingssamenwerking tussen België en Vietnam eindigde officieel eind juni 2019, maar België blijft Vietnam steunen via academische samenwerking, NGO's, de privésector - met de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO). Vietnam blijft de ontvanger van de Belgische concessionele ODA-financiering beheerd door Finexpo.